De begintijd van Ut Navem Futuri Creemus (UNFC), Vereniging van Scheepsbouwkunde Studenten aan de Hogeschool Haarlem.

Het waren warrige tijden toen het UNFC werd opgericht. De oorlogsgeneratie die zich vol ijver en idealisme op de wederopbouw van Nederland had gestort, bemerkte in de zestiger jaren dat hun naoorlogse kroost weinig respect toonde voor het cultureel erfgoed. Dat was schrikken. In de maatschappelijke omwenteling die volgde sneuvelden vele gevestigde instituties, waaronder ook de meeste studentencorpsen. Afgerekend werd met de student als verwaande, onderjarige volwassene van goeden huize, de corpsbal, welke met mooipraterij, grappen, plagerijen en in jacquet gekleed, met bier in de hand door het leven ging.

Als een laatste stuiptrekking organiseerde het studentencorps van de HTS Haarlem in het najaar van 1967 nog een Lauwtje-herdenking. Vroeg in de avond vertrokken de heren studenten van school naar de Grote Markt, in optocht achter een lauwerkrans. Onderweg werden zulke schunnige liederen gezongen dat moeders verschrikt hun kinderen binnenriepen. De gemeentelijke overheid zal in vertwijfeling geweest zijn. Enerzijds kon het ouderwetse studentencorps wel een potje breken, anderzijds was de jeugd niet meer te vertrouwen en vreesde men “Amsterdamse toestanden”.

Op de Grote Markt had de brandweer bereidwillig de ladderwagen opgesteld tot aan het hoofd van Laurens Janszoon Koster. Bibberend klom de preses van het corps met megafoon en lauwerkrans omhoog. Nadat Lauwtje was gelauwerd begon hij aan zijn toespraak. Het Haarlemse publiek was in grote getale toegestroomd. Zou in het keurige Haarlem nu toch ook een “happening” plaats gaan vinden? De preses wist zich met zijn krakende megafoon en hoge piepstem niet verstaanbaar te maken en het publiek begon te morren. Dit bleek het aanvalssein voor de bereden politie, die als een donderslag bij heldere hemel de markt opstormde en deze leeg veegde. De orde was gehandhaafd en het corps van de HTS Haarlem is ter ziele gegaan.

Het studentenverenigingsleven aan de HTS Haarlem kwam daarmee rondom 1968 in een vacuüm. Aan de afdeling Vliegtuigbouwkunde was echter de vereniging “Sypke Wynia” ontstaan, waarvan de leden oude stofzuigers om knutselden tot mini hovercrafts. Op zo’n mini hovercraft kon je gaan staan, stekker in het stopcontact en met een lichte duw zweefde je over het linoleum van het klaslokaal. De directeur, ir. Boltjes trachtte ook andere afdelingen tot dergelijke verenigingsvorming te bewegen.

In 1969 ontstonden binnen de afdeling Scheepsbouwkunde een tweetal projecten, die de saamhorigheid onder de studenten deed groeien. Het ene was een structuuronderzoek naar de Nederlandse Jachtbouw, de zogenaamde “HTS Jachtbouwenquête” 1969. Het andere was een tentoonstellingsactiviteit op de Grote Markt in Haarlem in het kader van het 50-jarig bestaan van de school. Bij het 50-jarig jubileum van de HTS Haarlem werd groot uitgepakt met een meerdaagse tentoonstelling op de Grote Markt.

De Weg-en Waterbouwers hadden over de markt een heuse brug van lichtbeton gebouwd, die na de tentoonstelling naar Indonesië is verscheept en opgebouwd over een riviertje. De Vliegtuigbouwers hadden een hovercraft gemaakt, die weliswaar veel lawaai maakte maar niet kon worden losgelaten omdat de turbulente wind op de markt hem alle kanten op deed vliegen. Zo had iedere afdeling iets bijzonders.

De Scheepsbouwers toonden het volk iets nieuws namelijk een zeecontainer. In deze 20 ft. container was een kleine tentoonstelling ingericht. Naast de container stond een op school getimmerde houten waterbak, welke waterdicht was gemaakt met een daarin gespoten rubberen laag. Het ding heeft nog decennia lang op school dienst gedaan. In de waterbak werden onder meer een reparatiehelling en een drijvend dok gedemonstreerd. Voor de tentoonstelling was van een bevriende relatie een prachtig model van de zeesleepboot “de Zwarte Zee” geleend. In de nacht van de opbouw van de tentoonstelling werd het kostbare, doch kwetsbare model ter plekke gebracht. Eén van de studenten hield het krampachtig achterin de auto op schoot. De chauffeur vond dat in het uitgestorven nachtelijke Haarlem de rotondes net zo goed andersom genomen konden worden. Hier had de student achterin niet op gerekend en het model verloor schoorsteen, masten, relingwerk en nog veel meer. Urenlang en koortsachtig moest er gelijmd worden. De eigenaar van het model zou immers bij de opening van de tentoonstelling aanwezig zijn. Op het lijmtubetje stond “ein bis zwei Minuten trocknen lassen”. Dit is nog lange tijd een gevleugelde uitdrukking geweest om panieksituaties het hoofd te bieden.

Beide projecten, de jachtbouwenquête en de tentoonstelling werden als het ware het UNFC ingevaren. Hetzelfde drietal dat de enquête had georganiseerd en ook een grote betrokkenheid had gehad bij de tentoonstelling, deed de voorbereidingen voor de oprichting. Een Latijnse naam leek deftig en Ypo Kranenburg, de zwager van Pieter Langebaerd, kwam met de suggestie “Ut Navem Futuri Creemus (opdat wij het schip van de toekomst bouwen). Pieter Langebaerd ontwierp het logo, geïnspireerd door de maanvluchten van de Apollo.

André Tienpont zat, of liever stond, de oprichtingsvergadering voor, welke na schooltijd plaats had in het meest oostelijke lokaal op de eerste verdieping van de oude school aan de Verspronckweg. Vrijwel alle toenmalige studenten waren aanwezig (ca. 30 totaal).

Naam en logo werden aanvaard, leden melden zich aan, en een eerste bestuur werd verkozen. In dit bestuur nam van de drie oprichters alleen Ubbo van Sijtsema plaats. Het daarop volgende schooljaar 1970/1971 stond in het teken van de verhuizing van de school naar de Veldzigtlaan.

In het schooljaar 1971/1972 werd voorts nog een lezing over polyester georganiseerd en organiseerde het UNFC van 13 t/m 17 maart 1972 haar eerste buitenlandse reis, waarbij de voltallige afdeling van Duitsland en Denemarken bezocht werden.

Het eerste verenigingslokaal zat in de oost-vleugel op de derde verdieping in het laatste lokaal links. Het lokaal was ingericht met halfmodellen aan de muur en scheepsmodellen in vitrines. De ruimte was ingedeeld in een zithoek met oude canapés, een leeshoek met een bestuurstafel en een bibliotheek. Een groot sleepmodel uit Wageningen was in tweeën gezaagd en oneerbiedig omgevormd tot bloembak. De docenten zweetten peentjes bij de gedachte dat ze er in Wageningen ooit achter zouden komen.

Op 18 april 1975 vierde het UNFC het eerste lustrum met onder meer een feest in het clubgebouw van de Koninklijke Roei & Zeilvereniging “Het Spaarne”. Daarmee was bewezen dat de vereniging haar bestaansrecht had waargemaakt en van de ene studiegeneratie op de andere kon worden overgedragen. Nu al ruim 5 decennia lang!

André Tienpont
Oprichter studievereniging Ut Navem Futuri Creemus